Stijn Hoogendoorn is 29 jaar. Hij werkt bij Bovemij als interim teamleider op de afdeling schadeparticulier. Daarnaast is hij lid van de vrijwillige brandweer in zijn woonplaats Wilnis.
“Mensen in nood helpen, levens redden: brandweerman zijn is een dankbare taak. Brandweerauto’s fascineerden me als kind al, ik vond het machtig mooie wagens. Mijn vader werkt in de brandpreventie, dus het wereldje was me niet vreemd. In Wilnis heeft de vrijwillige brandweer een centrale rol in de gemeenschap. Als trotse inwoner van mijn dorpje wilde ik graag iets terugdoen, dus zeven jaar geleden besloot ik: daar wil ik onderdeel van zijn.
Mijn werk als brandweerman zorgt ook voor een bepaalde spanning, er kan immers elk moment iets gebeuren. Vervolgens spring je met z’n allen in die wagen en scheur je met een noodgang naar de bestemming. Het blijft natuurlijk een vrachtwagen van twaalf ton, dus je rijdt er geen tweehonderd kilometer per uur mee, maar we zijn weleens bijna losgekomen toen we over een brug reden. Op de weg zelf merk ik trouwens weinig problemen, mensen laten je er veelal makkelijk langs.
Ik zit niet standaard op een kazerne. Sterker nog, gisteren ging mijn pieper af terwijl ik aan het werk was – een kat die onder een betonpaal terecht was gekomen. Gelukkig kon ik erheen om het beestje uit die benaderde positie te bevrijden. Mijn brandweerwerk is vrijwillig, dus als ik écht niet kan, hoef ik niet uit te rukken. Mijn natuurlijke neiging is echter om altijd ergens heen te gaan, zeker als de situatie levensbedreigend is.
Die kat is overigens een redelijk ‘onschuldig’ voorbeeld. Je maakt ook intense dingen mee: branden, auto-ongelukken en reanimaties. Wilnis is klein, dus de kans is reëel dat je een bekende tegenkomt. Dat is ook weleens gebeurd, al ga ik vanwege privacy redenen liever niet in op details. Zulke situaties kunnen echter behoorlijk veel impact hebben. Het is dan fijn om zulke hechte collega’s te hebben. Niet alleen praten we over heftige situaties, ook ondernemen we samen leuke dingen. Wat dat betreft voelt het als familie.
Een situatie die me het meest bijstaat? Begin dit jaar ijzelde het en een auto was daardoor op zijn kop in een sloot terechtgekomen. Toen we aankwamen, was het voertuig al bijna gezonken – de bestuurder kon nog net met zijn mond door een luchtgaatje van enkele centimeters ademen. Zijn blik toen we hem bevrijdden en hij de buitenwereld weer zag, zal ik nooit vergeten. Dáár doe ik het voor.
Als brandweerman merk ik goed dat de mobiliteitsbranche verandert. Het type auto bijvoorbeeld: er zijn steeds meer elektrische modellen, maar dat brengt risico’s met zich mee. Een auto kan bijvoorbeeld nog onder spanning staan, maar ook het staal is dikker – dat kan tegenwerken als je iemand eruit moet knippen. Bovendien kan er brand ontstaan op onvoorspelbare plekken, omdat de accu over de hele onderkant zit. Bij een brand moet een elektrische auto twee dagen bewaard worden in een met water gevulde zeecontainer, omdat de accu alsnog kan gaan sissen. Er kleven dus wel nadelen aan. De positieve kant is dat auto’s over het algemeen veiliger worden en er minder ongelukken plaatsvinden.
Mijn brandweerwerk heeft best veel raakvlakken met mijn baan bij Bovemij en eerdere jobs die ik in de verzekeringsbranche had. Neem storm Eunice, in februari vorig jaar. Als brandweerman was ik de hele avond zoet met omgewaaide bomen en schuttingen, kapotte daken en beschadigde auto’s. Ik wist: als de lijnen morgen open gaan, is het topdrukte bij de verzekeraars. Mijn functies smelten mooi samen: als brandweerman beperk je de schade, als verzekeraar vergoed je die. Het raakt elkaar meer dan menig mens denkt.”
Bekijk hier de volledige portrettenreeks