Ruben van der Lecq (32) werkt als zelfstandige GRC-consultant (Governance, Risk & Compliance), ook op projectbasis voor Bovemij
“San Sebastian, Spanje, een plek die nog haarscherp op mijn netvlies staat. Ik verbleef in een hotel op een berg en had uitzicht over de felblauwe baai. Het was één van de weinige plekken waar ik op het balkon werkte. Normaal vond ik het te zonnig om met mijn laptop buiten te zitten, maar de omgeving was zó prachtig. Ik wil er zeker nog eens naartoe.
Ik speelde al langer met de gedachte om als digital nomad te gaan werken. Ik heb een eigen bedrijf en ben al gewend om op afstand te werken. Bovendien ben ik gek op reizen. Kon ik die twee niet combineren? Eind vorig jaar begon het écht te kriebelen en dit voorjaar ging ik voor drie maanden naar Zuid-Europa. Ja, dat ging ineens snel. Het regenachtige weer in Nederland droeg daar aan bij, haha.
Sommige mensen reageerden sceptisch, al was er misschien ook sprake van een generatiekloof. ‘Moet je niet op kantoor aanwezig zijn?’, en ‘Je bent toch geen backpacker meer?’, kreeg ik te horen. Het verschilt echter wezenlijk met backpacken. Je bent weliswaar op een andere plek, maar werkt gewoon. Het is niet alsof je continu cocktails drinkt of op een surfplank staat – dat laatste wilde ik wel, maar het kwam er door drukte gewoon niet van, haha. Overigens moet ik zeggen: het merendeel van de mensen reageerde positief.
Het wás ook een hele toffe ervaring. Ik reisde door Frankrijk, Spanje, Portugal en wat staatjes ertussenin. Iedere plek was anders, maar er was één gemene deler: je begint en eindigt je dag in een hele andere context. Waar je in Nederland na een werkdag op de bank ploft, bezocht ik ’s avonds dorpjes en andere plekken. Zo’n andere wereld stimuleert je om uit je vaste ritmes te komen. Sowieso begin je de dag al in een prachtige en zonnige omgeving – een vers sapje en een croissantje erbij en ik was al tevreden. Daarbij hangt er op elke plek een ander soort energie. Zo is Spanje weliswaar één land, maar zijn de verschillen gigantisch – het eten, de taal, tradities, feesten en zelfs de mensen zijn anders. Het zijn dingen waar je achter komt dánkzij mobiliteit en de mogelijkheid om te reizen.
Het nomadenbestaan is overigens niet alleen maar go with the flow, integendeel. Reizen als digital nomad vergt de nodige planning. Vaak moet je om twaalf uur uitchecken bij een hotel en kun je pas rond tweeën bij een nieuwe accommodatie terecht. Dat loste ik op door in dat tijdsbestek bijvoorbeeld belafspraken vanuit de auto te doen. En toen ik een keer in een mooi hotel zat maar de wifi een ramp was, checkte ik meteen weer uit. Het alternatieve hotel was minder mooi, maar ik kon er wel werken – dat ging voor. Mijn hele trip deed ik overigens per auto, voor mij de ultieme vorm van mobiliteit. Het geeft nét wat meer vrijheid dan het openbaar vervoer, waar je afhankelijk bent van reisschema’s en opstaptijden. Nu was ik zelf in the lead om te kiezen waarheen ik wilde.
Inmiddels ben ik drie weken terug, maar wil ik mijn avontuur zeker een vervolg geven. Waarom ook niet? Mobiliteit heeft onze wereld zoveel groter gemaakt, dus het kan gewoon. Sinds corona is flexibel werken sowieso breder geaccepteerd – als je je taken maar tijdig afkrijgt. Toch merk ik dat generatiegenoten nog terughoudend zijn: ze willen wel, maar durven de stap uiteindelijk niet te zetten. Mijn motto? Zet je dromen om in daden en kijk hoe je ze kunt realiseren. Het is namelijk écht de moeite waard.”
Bekijk hier de volledige portrettenreeks