Kjell (9) houdt van voetballen en ritjes maken in de oldtimer van zijn vader Dorik Hansen. Hij werkt bij Bovemij als Strategisch Consultant Automotive.
Dorik: “Al tien jaar lang wilde ik een oldtimer, het was een grote wens. Mijn vrouw had er minder mee, werd horendol van mijn gepraat erover. Maar ze gunde mij die auto wel. Als we er als gezin ook maar ritjes mee konden maken, zei ze. Eind vorig jaar was het zover: ik had een bedrag bij elkaar gespaard en mijn oog viel op een prachtige Kever met open dak uit 1975. Hij was op technisch vlak helemaal opgeknapt. Fijn, want ik heb twee linkerhanden – zelf sleutelen gaat ’m dus niet worden. Nu staat hij in de garage en kan ik niet wachten op mooie ritjes tijdens lange zomerdagen.”
Kjell: “Toen mijn vader over die auto vertelde, werd ik meteen blij. En ik vond het grappig dat de auto een open dak heeft, want die zie ik eigenlijk nooit rijden. Maar op een gegeven moment had hij het er echt élke dag over. Dan zaten we aan tafel en dacht ik: hou eens op met dat geklets, nou weet ik het wel. Gelukkig mocht ik wel mee toen we de oldtimer gingen ophalen. De eerste keer was mijn vader nog een beetje zenuwachtig en wilde hij er alleen in rijden, maar tijdens het tweede ritje zat ik achterin.”
Dorik: “De auto heeft geen radio, geen airco, geen stuurbekrachtiging. Wat heet, er zitten zelfs geen gordels in – die waren tot 1975 niet verplicht. Ik rij er daarom een stuk langzamer mee en mijd de snelweg, veel te gevaarlijk. Wel wil ik graag een keer naar de Limburgse heuvels – het lijkt me daar prachtig toeren.”
Kjell: “Achterin zitten ook geen ramen, dus als we gaan rijden, hang ik het liefst met mijn hoofd naar buiten. Net als een hond, maar dan zonder tong uit de bek. We moeten er nu trouwens ook elke maand een stukje mee rijden, omdat de accu anders koud wordt. Natuurlijk wil ik dan mee! Mijn haar zit nooit door de war na een ritje, want ik heb altijd veel gel in – maar mijn zusje moet wel haar borstel gebruiken. Mijn vriendjes vinden het trouwens ook een hele mooie auto. Als we op straat rijden, worden we altijd nagekeken.”
Dorik: “Denk ik aan Kjell en mobiliteit, dan kan ik alleen maar zeggen dat hij een ontzettend ondernemend mannetje is. Hij speelt het liefst buiten, is gek op voetballen en fietsen. Soms mag hij in zijn eentje op naar de supermarkt fietsen om iets lekkers uit te kiezen. Prachtig vindt hij dat.”
Kjell: “Ik zit ook weleens binnen hoor, dan doe ik een computerspelletje. Toch speel ik het liefst op straat met mijn vriendjes. Verder vind ik andere auto’s eigenlijk niet zo bijzonder, maar vliegen is dan wel weer supergaaf. Tijdens het stijgen en dalen zit ik dan liefst bij het raampje. Maar ja, dat wil mijn zusje ook, dus gaan we om de beurt.”
Dorik: “Ik durf niet zo goed heel ver vooruit te kijken op het gebied van mobiliteit. Vijf jaar vind ik al veel! Neem het coronavirus; dat had zo’n grote impact. Eén jaar vooruit kijken is wat mij betreft realistischer – en een stip op de horizon wat betreft de grotere lijnen. Sowieso denk ik dat de elektrificatie van de mobiliteitssector doorzet. Er zijn zoveel investeringen gedaan, wetgeving is aangepast, het mág simpelweg niet mislukken. Wel vraag ik me af of dit de enige vorm blijft, omdat er ook risico’s zitten aan batterijen en hun levensduur die minder goed zijn voor het milieu. Ik ben daarom ook wel benieuwd naar de ontwikkelingen rondom bijvoorbeeld waterstof. Verder zie je steeds vaker dat fabrikanten steeds meer grip op de consument willen krijgen. Voor onze klanten heeft dat impact op hun verdienmodel. Hoe dat zich verder ontwikkelt, is één van onze belangrijkste thema’s voor dit jaar en komende jaren. Maar zéstig jaar vooruit kijken, daar waag ik me niet aan. Wat denk jij, Kjell?”
Kjell: “Poeh, ik denk dat de wereld er dan wel anders uit ziet. Misschien heeft iedereen dan wel van die vliegende autootjes. Ik denk alleen niet dat ik dan nog in de Kever rij!”
Bekijk hier de volledige portrettenreeks