Joep Meester (30) is advocaat insolventierecht en werkt in Amsterdam, waar hij ook samenwoont met zijn vriendin.
“Een parkeerplek zoeken, vergunningen regelen, bijkomende kosten: een eigen auto hebben in Amsterdam is nogal een uitdaging, weten we van vrienden. Voor ons was het één van de redenen om er zelf geen aan te schaffen. Maar eerlijk gezegd: we hebben ’m ook niet nodig. Mijn vriendin en ik werken allebei in de stad, op fietsafstand. Bovendien liggen alle faciliteiten – van supermarkt en winkels tot cafés – om de hoek. Prima zo, dus.
Toch wilden we wel de mogelijkheid hebben om langere afstanden te rijden, dus maken we gebruik van deelauto’s. Ideaal als we een weekendje weggaan, of onze ouders in Brabant en Limburg bezoeken. Het werkt ook hartstikke makkelijk: hebben we er één nodig, dan activeren we onze app en staat er altijd wel eentje in de buurt geparkeerd. Mijn vriendin en ik hebben overigens de afspraak: áls we een deelauto gebruiken, zien we dat niet als uitgave. Die ‘extra’ kosten houden je anders misschien tegen en dan kom je dus nergens. Bovendien kost een eigen auto ook geld, dus dit is een goed alternatief.
Hoe fijn zo’n deelauto ook is, we zullen er niet eeuwig gebruik van maken. De omstandigheden zijn nu ideaal: we werken allebei in de stad en zijn met z’n tweeën. We denken echter ook al na over de toekomst. Gaan we groter wonen en weg uit de stad, waardoor we verder naar ons werk moeten reizen, of blijven we? En wat als er kinderen komen? We weten nog niet helemaal wat we ‘later’ willen, maar op den duur schaffen we waarschijnlijk toch een eigen auto aan. Zeker met kinderen is het fijn om direct toegang te hebben tot een vervoersmiddel. Met een deelauto of het openbaar vervoer moet je toch eerst een stukje lopen om er te komen, om daarná nog de reis maken.
Het laat trouwens wel goed zien hoe mobiliteit ons vrijheden geeft. Ik sta daar best vaak bij stil, over hoe prettig dat eigenlijk is. Komt ook omdat ik in het verleden geschiedenis studeerde – als ik dan nadenk over hoe het honderdvijftig jaar geleden was, toen mensen nauwelijks vervoersmiddelen hadden, was de wereld wel érg klein. Nu kan ik zomaar weekendjes weg. Naar Gent, naar vrienden in Den Haag. Wat heet: mijn vriendin en ik hebben er net een reis door Zuid-Amerika op zitten. Dat is wel even anders dan vroeger en een waardevolle toevoeging – mobiliteit maakt je leven groter.
Overigens kijk ik wel met warme herinneringen terug op mijn eigen verleden en jeugdjaren. Hoe we als gezin van vijf in een oude Volkswagen Passat naar Italië reden. Zonder airco, raampjes open, met kleffe kadetjes, snoepjes en een cassettebandje dat op repeat stond. Een stuk primitiever dan nu, maar dát was voor mij de definitie van vakantie. Hoe het er dan in de toekomst uitziet qua mobiliteit, als ik zelf misschien kinderen heb? Zitten we dan nog steeds in die auto – al dan niet comfortabeler – of zijn er andere manieren waarop we onszelf vervoeren? Wat gáát er überhaupt allemaal veranderen? Ideaal was het vroeger zeker niet, maar ergens zou het wel leuk zijn om later wederom – maar dan met mijn eigen gezin – anderhalve dag in de bloedhitte, dwars door de Gotthardtunnel, naar Italië te rijden. Verandering is oké, maar van mij mag de nostalgie ook wel blijven.”
Bekijk hier de volledige portrettenreeks