Jens de Roij is 18 jaar oud en studeert geneeskunde in Nijmegen.
“Sinds een paar maanden heb ik mijn rijbewijs. In één keer gehaald, het ging me redelijk makkelijk af. Ik was blij toen ik dat pasje in handen had. Niet dat ik per se wilde leren autorijden, het leek me vooral praktisch om te hebben. Zo woon ik op kamers in Nijmegen – oorspronkelijk kom ik uit Brabant – en ben ik binnen die stad al twee keer verhuisd. Dus kon ik tijdens mijn laatste verhuizing de auto van mijn ouders lenen om mijn boedeltje van kamer A naar kamer B te vervoeren – was maar een paar minuten rijden, maar met al die verhuisdozen was een auto wel zo handig.
Of ik veilig rij op openbare weg? Ja, dat zeker. Ik doe niks speciaals, hou het netjes. Misschien komt het door mijn opleiding, dat ik weet dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Wat dat betreft ben ik redelijk nuchter. Mijn ouders weten dat ook – ik denk dat ze het daarom ook niet moeilijk vonden om mij in de auto te zien stappen. Ze zijn al vaker met me meegereden en zeggen ook: je hebt je rijbewijs niet voor niks gehaald, je zal het wel kunnen. Wat dat betreft laten ze me redelijk vrij.
Het is trouwens een ander verhaal als ik in een kart rij, wat ik met vrienden nog weleens doe – dan hou ik er wél van het gaspedaal in te trappen. Maar goed, dan rij je natuurlijk op een speciale baan. Formule 1 kijk ik ook graag, ik ben er zelfs twee keer live bij geweest; één keer in Zandvoort en één keer in Italië. Maar het blijft bij kijken, het is niet dat ik er zó idolaat van ben dat ik er continu mee bezig ben.
Hoe de wereld er later uit ziet op het vlak van mobiliteit? Nou, er zal ongetwijfeld wel wat veranderen, ik denk dat alles een stuk duurzamer wordt. Maar ik moet je eerlijk bekennen dat ik hier niet heel diep over nadenk. Voor mij betekent mobiliteit vooral gemak: het is handig om ergens te kunnen komen. In Nederland zijn daar gelukkig genoeg faciliteiten voor, zoals een groot OV-netwerk – wat als student behoorlijk handig is. Daarbuiten gebruik ik voornamelijk de auto van mijn ouders en mijn fiets, maar die laatste het liefst zo min mogelijk. Tegen de wind in fietsen vind ik maar niks, haha.”
Bekijk hier de volledige portrettenreeks