Fabienne Riem is 23 jaar, woont in Amsterdam en werkt als productmanager op de afdeling dameskleding bij HEMA.
“Deelscooters, ze zijn ideaal in een stad als Amsterdam – ik maak er nu al een tijdje gebruik van. Natuurlijk zou ik ook met de fiets of het openbaar vervoer kunnen gaan. Dat laatste is alleen stukken duurder, zeker als je met twee personen bent en de kosten kunt splitten. Een klein ritje met de deelscooter kost vier tot zes euro, voor een enkeltje met de metro ben je veel meer kwijt. Bovendien: zo’n scootertochtje is stukken leuker en gezelliger – en je staat tenminste niet in een volgepropte metro.
Sinds kort heb ik overigens wel een elektrische fiets aangeschaft. Ik twijfelde over een eigen scooter, maar moet kriskras door het centrum van Amsterdam. Aangezien scooters niet meer op het fietspad mogen, pak ik alle stoplichten mee – dan zou ik hartstikke lang onderweg zijn. Met de elektrische fiets duurt het nu twintig minuten. Ook het nadeel van een eigen scooter in Amsterdam: je moet rekening houden met het feit dat ie niet omvalt door de wind en je kapschade krijgt, of dat een andere fietser tegen je aanbotst. Het heeft op dat vlak dus geen meerwaarde er eentje aan te schaffen – laat mij dan maar zelf trappen.
Waar ik ’m wel voor gebruik? Ritjes in het weekend, als ik vrienden bezoek in Amsterdam-West, of met een vriendin naar een festival ga. In de zomer pak ik ook graag de trein naar Haarlem, om vervolgens met een deelscooter richting Bloemendaal te crossen. Dat gevoel als je door de duinen rijdt, die vrijheid, ik geniet daar enorm van. Enig nadeel is dat je niet mag drinken, maar dat neem ik op de koop toe. O, en je moet opletten bij het optrekken, want de deelscooters zijn elektrisch. Bij een gemotoriseerd exemplaar kom je wat langzamer op gang, bij een elektrische ‘schiet’ je meteen in een snelle stand – laatst werd ik bijna gelanceerd toen mijn broer voorop zat en optrok, haha.
Mensen roepen weleens dat deelscooters bijdragen aan de beeldvervuiling in de stad, maar ik vind dat meevallen. Helemaal nu er strengere regels zijn gekomen. Zo mag je een deelscooter alleen op bepaalde plekken parkeren én moet je foto’s maken als je hem ergens neerzet – niet tegen de eerste beste paal, dus. Vooruit, ze zien er misschien minder mooi uit, maar dat is mij geen doorn in het oog – al komt dat waarschijnlijk ook omdat ik een fervent gebruiker ben.
Het valt me op dat vooral jongeren gebruik maken van deelscooters. Misschien is dat kenmerkend voor ‘mijn’ generatie. Deels omdat het gemak is – ze liggen voor het oprapen en anders moet je op de fiets. Daarbij denk ik dat bezit minder belangrijk is geworden. Plus: je hebt bovendien ook geen kosten aan onderhoud en stalling. Het kan ook nog een geldkwestie zijn: mensen van dertig jaar en ouder hebben doorgaans een goede baan en kúnnen daardoor een eigen voertuig aanschaffen, iets wat bij twintigers minder het geval is.
Of ik later nog steeds een deelscooter gebruik? Ik denk van niet. Voor nu is het heerlijk, maar als ik in de toekomst uit Amsterdam vertrek – dat ligt wel in de lijn der verwachting – is een eigen scooter rendabeler dan er steeds eentje te huren, ook omdat je dan langere stukken moet rijden. Aan een auto denk ik overigens niet, daarmee sta je vooral in de file. Zonde van mijn tijd, ik zou alleen maar gefrustreerd raken. De elektrische fiets of scooter is stukken sneller, je bent in de buitenlucht én pakt wat van de omgeving mee. Dat is voor mij toch wel het belangrijkste aan mobiliteit: dat ik zo snel en efficiënt mogelijk op mijn bestemming kom.”
Bekijk hier de volledige portrettenreeks