Emiel Kramer is 21 jaar en studeert Automotive Business Management aan de IVA in Driebergen. Hij zit in zijn eerste jaar.
Zelf rij ik een Alfa Romeo. Ik had er vier jaar lang voor gespaard, toen mijn moeder aanbod dat ik de hare kon overnemen. Maar ik ga ook vaak met mijn vader op stap in een van zijn auto’s, het merendeel oldtimers. Zo reden we eens naar Zweden in een Fiat Coupe uit 1961 – meer dan vierduizend kilometer in tien dagen tijd. Het jaar erop gingen we ermee naar Frankrijk en Italië. We trokken ontzettend veel bekijks, werden in Italië zelfs drie keer aangehouden door de politie. Niet omdat we iets verkeerd deden, maar omdat ze de auto beter wilden bekijken – ze werden gék van enthousiasme.
Een aantal van mijn vrienden heeft niets met auto’s en snapt niet dat ik blij kan worden van een nieuw onderdeel. Zo kocht ik laatst een houten stuur voor mijn Alfa Romeo. Prachtig, maar kostte wel driehonderd euro. Mijn toenmalige vriendin moest slikken toen ze dat hoorde. Daar hadden we volgens haar ook een leuk dagje van kunnen shoppen.
Wat ik met mobiliteit heb? Nou, niet de bestemming, maar de reis zelf doet ertoe. Dat is ook mijn doel tijdens een autoritje, dat het plezierig is. Muziekje aan, hoofd leeg en gaan – het werkt bijna therapeutisch. Als je dan in zo’n oldtimer door de bergen van Italië rijdt, geeft dat natuurlijk helemáál een bijzonder gevoel.
Het was geen verrassing dat ik aan de IVA ging studeren, deze opleiding stond al jaren bovenaan mijn lijstje. Ik zie mezelf gewoon iets doen in de autowereld – of ik nou auto’s verkoop, of bij een fabrikant werk. Maar zelfs al zou het niks worden in deze branche, kan ik met mijn opleiding alle kanten op. Laatst hoorde ik dat een oud-student nu manager is bij Burgers’ Zoo. Ik bedoel maar.
Ik weet dat er momenteel een hoop gaande is in de autowereld en zeg het je eerlijk: die elektrische auto’s vind ik best een dingetje. Ik snap dat ze er zijn vanuit milieuoogpunt, ze rijden best prima en je komt ermee op je bestemming, maar ik blijf er het liefst ver vandaan. Ze hebben gewoon géén verbrandingsmotor, dus het gevoel en geluid dat bij een auto komt kijken, is gewoon weg. Dat doet best een beetje pijn.
Toch denk ik niet dat er een volledig verbod komt op verbrandingsmotoren, zeker de komende zestig jaar niet – dan zouden talloze auto’s in één klap waardeloos worden. Bovendien zijn veel bedrijven en automerken de laatste twee jaar bezig met het ontwikkelen van synthetische brandstoffen. Er komen geen fossiele brandstoffen aan te pas, dus dat zou betekenen dat normale auto’s kunnen blijven rijden zonder dat het schadelijk is voor het klimaat. Dat geeft een sprankje hoop voor de toekomst.”
Bekijk hier de volledige portrettenreeks