Een duurzaam tankstation. Het klinkt misschien wat tegenstrijdig, maar niets is minder waar. Ondernemer Edward Doorten legt uit wat zijn tankstation duurzaam maakt, hoe hij in deze sector terechtkwam en wat zijn uitdagingen zijn. Bovendien geeft hij een gouden tip voor iedereen die duurzamer wil ondernemen.
Edward Doorten, geboren en getogen in Drenthe, komt uit een echt ondernemersgezin. Zijn vader had in Pesse een autobedrijf mét een klein tankstation. In 1991 neemt hij de onderneming van zijn vader over, die hij vervolgens 28 jaar lang runt. Tot hij besefte dat de houdbaarheidsdatum van een regulier tankstation rap dichterbij kwam. Hij begon na te denken over het ‘tankstation van de toekomst’.
Van light naar zero
Zodoende opende hij in 2013 de deuren van het eerste duurzame tankstation in Nederland: Green Planet aan de A28 bij het Drentse Pesse. Waar ze bijna tien jaar geleden de koploper waren op het gebied van lage-emissie, is dat nu verschoven naar zero-emissie. “Ons doel is om iedereen zonder CO2-uitstoot te laten rijden,” vertelt pomphouder Doorten. “Daarom kun je bij ons waterstof tanken en je elektrische personenauto laden. Zwaar transport zoals vrachtwagens zijn trouwens ook van harte welkom.”
Van eigen bodem
Doorten trekt de duurzame lijn door in de Shop en in de Green Bar behorend bij zijn tankstation, waar ze biologische streekproducten verkopen. Droge worst uit de provincie. Bloemen uit Pesse. En de melk voor het softijs komt van Hollandse koeien. Zelfs de stroom voor eigen gebruik en voor snelladen wordt opgewekt door hun eigen windmolens en 1.400 zonnepanelen. “Wanneer je jezelf profileert als duurzame onderneming, moet je dat ook doorvoeren in je bedrijfsvoering. Haal je producten van dichtbij om CO2-uitstoot te verminderen en probeer te compenseren door zonne- of windenergie te gebruiken.”
Not in my backyard
Toch support niet iedereen de ideologie van Doorten. Hij neemt het afgelopen jaar als voorbeeld, toen hij midden in een bestemmingsplanprocedure zat. “De omwonenden waren het niet eens met de uitbreiding van Green Planet. Ze waren niet tegen verduurzaming, maar vooral bang voor overlast. Meer een not in my backyard-mentaliteit.” Doorten legt uit hoe hij daarmee omging. “Boos worden werkt averechts. Je moet ruimdenkend met de mensen in gesprek, hun angsten blootleggen en daar feitelijk naar kijken en proberen op te lossen. Uiteindelijk wil je voor beide partijen het beste.”
Oren en ogen open
Doorten deelt graag zijn advies voor ondernemers die streven naar een duurzamere werkwijze. “Zet je oren en ogen open”, begint hij. “Ga naar lezingen, zoek feitelijke informatie, hoor aan wat anderen doen en kijk ook naar de uitdagingen.” De volgende stap volgens Doorten is jezelf even terugtrekken. “Vraag jezelf eens af: nu ik dit weet, hoe zie ik de toekomst van mijn bedrijf? Wat kan ik veranderen om mijn bedrijf toekomstklaar te maken?” Stap drie is een plan van aanpak en de handen uit de mouwen steken. Als laatste geeft Doorten nog één echt gouden tip: “Denk in kansen en niet in bedreigingen. Niemand heeft een glazen bol, ook Green Planet niet. Maar niets doen is geen optie. Want zonder veranderingen geen progressie!”