Als autobedrijf kun je niet zonder goede brandbeveiliging. In een gemiddelde werkplaats vind je veel brandbare vloeistoffen, zoals olie, benzine, koelvloeistof en andere chemicaliën. Daarnaast kunnen vonken tijdens het lassen of slijpen snel een gevaarlijke situatie creëren. Of je nu een kleine werkplaats runt of een groot autobedrijf, de gevolgen van brand zijn altijd enorm. Niet alleen de schade aan auto’s of verlies van dure apparatuur, maar in het ergste geval letsel.
Gelukkig zijn er ook veel preventiemaatregelen die je kunt treffen, met positief effect op je bedrijfscontinuïteit. In dit artikel leer je meer over veiligheid en regelgeving omtrent brandstoffen bij een autobedrijf met werkplaats, zonder brandstofafleverpunt.
Standaard voorzorgsmaatregelen
Welke brandstoffen je ook opslaat en in welke hoeveelheid, er zijn altijd een aantal basismaatregelen die van toepassing zijn:
- Voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor werknemers
- Zorg dat je beschikt over de juiste brandblusmiddelen
- Lekbakken en afvoersystemen om lekkages veilig op te vangen
Een goed geventileerde ruimte om het risico van gasophoping te minimaliseren.
Benzine en Diesel:
Met name benzine wordt nog wel eens gebruikt in de werkplaats, maar dit kan dan een flink brandrisico vormen. Benzine is namelijk zeer vluchtig, met een vlampunt van -23°C, bij Diesel ligt het vlampunt hoger, bij 55°C.
Daarom gelden in Nederland ook strikte opslag- en veiligheidsvoorschriften. De regels voor opslag en het gebruik van brandstoffen zoals benzine en diesel staat in de richtlijnen PGS 15, PGS29 en het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL). Ook krijg je te maken met de Wet milieubeheer waar regels in staan over (gevaarlijke) afvalstoffen en de Arbowet in verband met de (brand)veiligheid. In de praktijk geldt dat zodra benzine aanwezig is in de werkplaats, de ATEX-richtlijnen voor explosieveiligheid ook van toepassing zijn.
Benzine in de werkplaats
- Alleen strikt voor de werkzaamheden noodzakelijke hoeveelheid toegestaan.
- ATEX-richtlijnen mogelijk van toepassing.
- Brandwerende wanden en daken verplicht.
Binnen opslag benzine
- Opslag in jerrycans, boven 25 liter is opslag verplicht in een brandwerende kast.
- Vanaf 250 liter is een vergunning verplicht en dient benzine te worden opgeslagen in aparte brandwerende ruimte met gecontroleerde ventilatie.
- Vanaf 1.000 liter gelden extra bedrijfsspecifieke (brand) veiligheidseisen.
Buiten opslag benzine
- Vanaf 25 liter is een lekbak verplicht. In een brandwerende opslag of minimaal 10 meter afstand tot bedrijfspand of erfgrens.
- Vanaf 250 liter in buitenopslagtanks
- Vanaf 1.000 liter gelden extra bedrijfsspecifieke (brand) veiligheidseisen.
Diesel
- Binnen en buitenopslag tot 250 liter in containers in een brandwerende kast. Vanaf 250 liter is opslag in goedgekeurde brandveilige containers of tanks verplicht, ook is BAL van toepassing.
- Ventilatie belangrijk; (brand)veiligheidsmaatregelen vergelijkbaar met benzine.
Oliën:
Olie is een brandbare vloeistof en moet worden opgeslagen volgens de eisen in de Arbowet en het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL). Het vlampunt van Olie ligt bij 55° C of hoger. Daarmee is het risico op explosies kleiner dan bij benzine en diesel, maar ook hier gelden strenge eisen om brandgevaar, lekkages en milieuschade te voorkomen.
Olie in de werkplaats
- Motorlie: Relatief veilig, standaard voorzorgsmaatregelen zijn voldoende
- Hydraulische olie: ATEX-regelgeving van toepassing door mogelijk explosiegevaar (onder hoge druk kan nevelvorming ontstaan)
- Smeermiddelen (vetten): Minder vluchtig; standaard voorzorgsmaatregelen zijn voldoende
Binnen opslag olie:
- Tot 200 liter opslag in een goed geventileerde ruimte verplicht.
- Vanaf 1.000 liter is een vergunning verplicht en gelden extra bedrijfsspecifieke (brand)veiligheidseisen
Buitenopslag olie:
- Tot 200 liter in lekdichte containers.
- Vanaf 200 liter is een lekbak verplicht
- Vanaf 1.000 liter is een vergunning verplicht en gelden extra bedrijfsspecifieke (brand)veiligheidseisen
Alle wet- en regelgeving bij elkaar
Onderstaand zetten we alle wetten- en regelgeving op een rij, waar je mee te maken kunt krijgen bij het toepassen van brandstoffen en olie in de werkplaats.
- PGS 15: Richtlijn voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen.
- PGS 29: Richtlijn voor de opslag van brandbare vloeistoffen in tanks.
- Wet milieubeheer: Wetgeving met betrekking tot milieubeheer, waaronder (gevaarlijke) afvalstoffen.
- Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): Bevat algemene regels voor activiteiten in de fysieke leefomgeving onder de Omgevingswet.
- Omgevingswet: Integreert diverse wetten op het gebied van de fysieke leefomgeving om procedures te vereenvoudigen.
- Arbowet: Verplicht een werkgever te zorgen dat werkzaamheden geen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van personeel.
- Bouwbesluit: Wettelijke normen voor de brandwerendheid van een ruimte.
Raadpleeg ook je leverancier en lokale overheid.
Voor meer informatie of bij twijfel over de risico’s van een specifieke stof kun je het veiligheidsinformatieblad (MSDS) van de leverancier raadplegen. Het is ook verstandig om lokale regelgeving te controleren, bij brandweer en gemeente. Bij opslag boven de 1.000 liter is dit een vereiste, omdat er afwijkende lokale regels kunnen gelden.
Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)
Als er in je bedrijf met brandstoffen wordt gewerkt, moet dit altijd worden opgenomen in de Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E). Dit is een inventarisatie van alle risico's op de werkvloer. Aan de hand van een RI&E worden maatregelen bepaald die moeten helpen om de werkplek zo veilig mogelijk te maken. Bij een calamiteit is de RI&E het eerste waar de arbeidsinspectie naar kijkt.
Wat kun je zelf doen?
In dit artikel zijn een hoop regels en maatregelen voorbij gekomen. De besproken richtlijnen vormen de basis. De regelgeving is complex, met mogelijke afwijkingen en aanvullingen afhankelijk van lokale overheid en bedrijfsactiviteiten. Om de basis van brandpreventie in jouw autobedrijf zoveel mogelijk op orde te hebben, zijn dit de belangrijkste acties:
- Zorg dat je alle standaard voorzorgsmaatregelen hebt getroffen.
- Weet welke wet- en regelgeving van toepassing is op de brandstoffen in jouw bedrijf
- Breng de specifieke risico’s binnen je bedrijf goed in kaart en neem deze op in je RI&E.
- Raadpleeg bij twijfel een deskundige, zoals de gemeente , brandweer of een Bovemij-risicodeskundige
- Overweeg een milieuschadeverzekering tegen risico’s zoals bodemverontreiniging als gevolg van brand.
- Bescherm je bedrijf, inventaris en medewerkers met de juiste verzekeringen.
Kom er achter wat je nog meer kunt doen op gebied van preventie met onze preventietips.